Jongeren met een beperking lopen veel risico op langdurige financiële problemen. Dat komt onder andere door ingewikkelde wetten en regels, grote administratieve lasten, onzekere financiën en weinig toekomstperspectief, concludeert de ombudsman in haar rapport ‘Meedoen zonder beperkingen’. Het zijn dus niet de beperkingen van de jongeren zelf die hun toekomstperspectief belemmeren, maar de onvoldoende kwaliteit van de ondersteuning door de overheid. De overheid is dus nu aan zet.
Wetten en regels zitten in de weg
Uit talloze rapporten en onderzoeken blijkt dat wetten, regels en de kwaliteit van de uitvoering jongeren in een kwetsbare positie behoorlijk in de weg zitten. De complexiteit leidt ertoe dat jongeren en ook anderen in een kwetsbare positie in de problemen raken. Dat moet echt snel veranderen, vindt Marjet van Houten van Movisie.
Van Houten: “De verwachtingen van de overheid rondom zelfredzaamheid stroken niet met de realiteit. Tijdens de overgang van jeugd naar volwassenheid zijn jongeren met een beperking kwetsbaar. Het lukt sommigen dan om zelfstandig of met hulp van ouders, vrienden of hulpverleners hun weg te vinden. Maar lang niet alle jongeren met een beperking zijn zelfredzaam of kunnen een beroep doen op hun netwerk voor hulp.”
“Zo loont bijvoorbeeld werken vaak niet en is de toeslagensystematiek te complex. Er is te weinig goede samenwerking en jongeren ontberen een begeleider die hen in deze precaire situatie kan begeleiden.”
Vinger op vele zere plekken
“De ombudsman legt de vinger op vele zere plekken en toont hoe ondanks mooie idealen over inclusie en vaak oprechte goede bedoelingen jongeren met een beperking op hun achttiende verjaardag met een groot risico op achterstand het volwassen leven in rollen.” vervolgt Van Houten.
Van Houten sluit zich dan ook aan bij de adviezen van de ombudsman:
- Informeer jongeren – proactief – in begrijpelijke taal, al vóór de 18e verjaardag.
- Zorg voor persoonlijke begeleiding.
- Zorg dat werken van toegevoegde waarde is, ook in deeltijd.
- Zorg voor financiële zekerheid.
Van Houten: “Om dit voor elkaar te krijgen is nodig dat overheid, landelijk en lokaal, snel aan de slag gaat. Doe dat vooral niet zonder jongeren, die vaak heel goed weten wat er nodig is, te betrekken, en ook de vaak kleine organisaties die hen wel steunen.”